Vijveronderhoud helpt diverse problemen met eutrofiëring te voorkomen. Dit manifesteert zich door de ophoping van voedingsstoffen in het water, de vorming van slib op de bodem en zelfs algengroei. In het ergste geval kunnen er onaangename geuren ontstaan. Hier zijn vier tips om uw vijver te allen tijde gezond te houden. Deze ingrepen zijn vooral belangrijk in het voorjaar.
Snoeien van waterplanten
Tegen eind september, wanneer de eerste tekenen van vegetatieverlies zichtbaar worden, is het snoeien van waterplanten sterk aan te raden. Deze ingreep voorkomt dat de vijver er kaal uitziet en herstelt de verticale structuur. Bovendien voorkomt het de vorming van stinkende modder op de bodem van de vijver.
Het snoeien van planten is vooral belangrijk voor waterlelies. Om de drie jaar, zodra de nachtvorst voorbij is, moeten ze worden uitgedund om de bloei te bevorderen. Dezelfde behandeling wordt ook (om de twee jaar) aanbevolen voor moerasplanten, rond het begin van de lente. Tot slot moeten ook zuurstofplanten in de zomer worden uitgedund.
Het installeren van een vijverbeluchter
Een beluchter zorgt voor voldoende zuurstoftoevoer in de vijver. Vissen profiteren hiervan als eerste. Bacteriën kunnen op hun beurt organisch materiaal, slib, draadalgen, enzovoort, beter afbreken.
Houd er rekening mee dat vijverbeluchters verkrijgbaar zijn in een "energiezuinig" model. Dit belooft een aanzienlijke verlaging van de energierekening, zelfs bij continu gebruik (dag en nacht). Bovendien is een beluchter, tegen een betaalbare prijs, een uitstekend alternatief voor een watervalpomp.
Toevoeging van nuttige bacteriën
Om het organische materiaal in uw vijver beter te verteren, is het ook een goed idee om nuttige bacteriën toe te voegen. Doe dit één keer per week in het voorjaar, wanneer de algengroei op zijn hoogtepunt is. Het helpt ook om het water helderder te maken.
Gebruik gewoon een grote emmer om de bacteriën te bereiden. Uiteraard moeten er specifieke verhoudingen in acht worden genomen, afhankelijk van de grootte en topografie van de vijver. Belangrijk: de bereiding mag alleen met vijverwater gebeuren, en nooit met kraanwater. Tot slot zijn de bacteriën ook verkrijgbaar in "droge vorm", verpakt in kleine, in water oplosbare zakjes. De truc is om ze in de buurt van de beluchters te plaatsen, zodat ze zich beter door het vijverwater verspreiden.
Controle van de chemische samenstelling van het water
Vijveronderhoud omvat ook het controleren van de chemische samenstelling van het water. Hiervoor zijn speciale testkits verkrijgbaar. Met deze set hulpmiddelen kunt u vooral de pH-waarde nauwkeurig in de gaten houden. Deze moet tussen 7 uur 's ochtends en 9 uur 's avonds liggen, waarden die wijzen op een goed zuurstofgehalte.
De controle omvat ook de kH-waarde (carbonaatgehalte). Idealiter wordt deze verhoogd naar 5, wat duidt op stabiel water. Ten slotte moet de GH-waarde (totale hardheid) worden aangepast naar een waarde tussen 8 en 12 (vooral aan het begin van de winter, om het zuurstofgehalte te stabiliseren).





